BOEKBESPREKING
Passend onderwijs in het mbo.
Gereedschap voor docenten en begeleiders
door: Erna van Koeven (2020)
In de inleiding van dit boek over passend onderwijs in het mbo maken Van Meersbergen en Ketelaar duidelijk waarom ze hun boek hebben geschreven. Hoewel het middelbaar beroepsonderwijs met ruim 500 duizend studenten belangrijk is in ons onderwijsstelsel, wordt er -vergeleken met andere onderwijsvormen- niet veel over gepubliceerd.
Maar sinds 2015 geldt de wet op het passend onderwijs ook voor deze onderwijssector. Mbo-instellingen zijn verplicht voor studenten met extra ondersteuningsbehoeften een plan op te stellen, ze moeten hun ondersteuningsaanbod beschrijven en ze moeten aansluiten bij overleg met gemeenten en samenwerkingsverbanden. Van Meersbergen enKetelaar laten zien dat de ondersteuning voor studenten die dat nodig hebben in het mbo in de loop van de jaren van de zorgcoördinatoren naar de teams aan het verschuiven is. Omdat teams niet altijd de expertise hebben om zorgleerlingen te begeleiden, is er duidelijk behoefte aan informatie over passend onderwijs, specifiek voor het mbo. Mooi dat de auteurs in dat kader Luc Stevens citeren: “Laten we de tijd niet verdoen aan een definitie zoals deze in de wet op passend onderwijs geformuleerd is. In wezen is de term ‘passend onderwijs’ een pleonasme, net als ‘witte sneeuw’”
De hoofdstukken
Het eerste hoofdstuk in dit boek is gericht op jongeren in ontwikkeling. Goed dat er ook aandacht is voor beeldvorming over jongeren. Daarbij komen onderwijsbehoeften in dit hoofdstuk aan bod. De andere hoofdstukken gaan over de ondersteuning van docenten en begeleiders en de organisatie van passend onderwijs op het niveau van de opleiding of de instelling. Het laatste hoofdstuk, dat bijna de helft van het boek omvat, bevat praktisch gereedschap voor docenten en begeleiders. In het eerste deel zijn materialen te vinden om onderwijsbehoeften te inventariseren, in het tweede deel materialen om af te stemmen op onderwijsbehoeften en in het derde deel hulpmiddelen voor teams om passend onderwijs in de opleiding vorm te geven. Dat maakt het boek tot een echt doe-boek, zeker vanwege het trefwoordenregister waar alle methodieken en modellen gemakkelijk terug te vinden zijn. De materialen zijn overigens ook te vinden op de website, zodat ze zonder problemen kunnen worden ingezet.
Betrokkenheid
De auteurs vertellen dat het hen opvalt dat mbo-docenten in gesprekken een grote betrokkenheid tonen bij hun studenten. Dat wordt ook zichtbaar in de vele inspirerende voorbeelden die overal in het boek te vinden zijn, bijvoorbeeld van een docent die haar Eritrese student Nederlands leerde en van wie zij een beetje Tigrinya leerde. Een prachtige manier om samen een band op te bouwen. Of van een mentor die zegt: ‘Onze insteek bij passend onderwijs is zoveel mogelijk bereikbaar willen zijn voor onze studenten. Ze overzien niet altijd alles en hun vragen komen soms zomaar ineens naar boven. Daarom hebben we als team een beleid gericht op: geen drempels, deuren open en beschikbaar zijn. Dat typeert ook onze teamidentiteit.’
Kanttekeningen?
Zijn er ook kanttekeningen bij dit boek? Ja, in de voorbeelden wordt de mbo-context heel mooi in beeld gebracht (De mensen die hier al langere tijd werken, komen uit de harde praktijk van de metaal. Een houding ‘niet zeuren maar gewoon doorgaan’ is voor hen leidend’). Dat had in de lopende tekst ook wat meer mogen gebeuren. Mbo’s verschillen wezenlijk van het algemeen voorbereidend onderwijs. Studenten leren er een beroep; stage is een belangrijk onderdeel van hun opleiding. Er werken vakspecialisten die werkzaam waren in het beroep waarin ze nu lesgeven. Zij kunnen veel
betekenen voor studenten als rolmodel en door hun passie voor hun beroep op studenten over te brengen en juist daarom hebben zij een belangrijke rol in passend onderwijs in het mbo . Het belang van het beroepsaspect is wat onderbelicht gebleven, het zou bijvoorbeeld mooi gepast hebben bij het begrip authenticiteit. Daarnaast is het boek veel sterker gericht op gedrag dan op leren. Als het gaat om taal is er een verwijzing naar het dyslexieprotocol. Maar juist laaggeletterdheid en anderstaligheid zijn grote problemen in het mbo. Hoe stem je je lessen daarop af? Het inzetten van het activerende directe instructiemodel schiet dan tekort.
Tot slot
Passend onderwijs in het mbo. Gereedschap voor docenten en begeleiders is een handig boek voor zorgcoördinatoren, onderwijsadviseurs, studieloopbaancoaches, mentoren en andere professionals. Het is informatief, actueel en het biedt een veelheid aan materiaal om onderwijs aan mbo-studenten passender te maken. Heel goed dat er nu eindelijk een boek over dit onderwerp is, speciaal gericht op het mbo. Zeker studenten in opleidingen gericht op het begeleiden in onderwijs, zullen daar profijt van hebben. Fijn dat de auteurs dit hebben willen oppakken.
Erna van Koeven
Erik van Meersbergen en Ingrid Ketelaar (m.m.v. Peter de Vries). (2020) Passend onderwijs in het mbo. Gereedschap voor docenten en begeleiders. Perspectief Uitgevers.
Download het gehele artikel hier als pdf.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.