BOEKBESPREKING
Onderzoekend vermogen en praktijkgestuurd onderzoeken
— een tweeluik
door: Willem de Vlaming (2020)
BOEKBESPREKING
“Onderzoekend vermogen in de praktijk”
“Met andere ogen. Denken en doen in praktijkgestuurd onderzoek.”
In 2019 en 2020 zijn twee boeken verschenen die gericht zijn op praktijkgericht of praktijkgestuurd onderzoek: ‘Met andere ogen’, en ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’. Vanuit het perspectief van de Master Educational needs (en andere praktijkgerichte masters) zijn deze boeken interessant omdat ze uitgaan van het inzetten van onderzoekend vermogen bij planmatig werken aan praktijkontwikkeling.
In ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’ staan de verschillende elementen van dat vermogen centraal: (1) praktijkkwesties met een onderzoekende houding kunnen benaderen, (2) kritisch kunnen bestuderen van wat anderen als antwoorden hebben gevonden, (3) indien relevant en noodzakelijk, zelf onderzoek doen met een voor de situatie passende grondigheid. De auteurs van ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’ geven aan dat het boek bedoeld is om te kunnen functioneren als wendbare professional in de beroepspraktijk. “Onderzoekend vermogen helpt om vraagstukken op je werk goed te analyseren en kennis te creëren die je nodig hebt om zo’n vraagstuk op te lossen.” (Onderzoekend vermogen, p. 17-18) Beroepssituaties en -producten waarbinnen onderzoekend vermogen ingezet worden zijn: (1) het maken van een analyse, (2) het geven van een advies, (3) het ontwerpen van producten of interventies, (4) het uitvoeren van een handeling.
Als je over onderzoekend vermogen beschikt betekent dit volgens de auteurs dat je: “(1) Momenten in je werk kunt waarnemen en verwoorden waar adequate kennis (zoals handelingskennis) ontbreekt.; (2) Op basis van relevantie en context onderbouwd kunt beslissen hoe je om wilt gaan met deze ontbrekende kennis.; (3) Op een systematische, methodische manier een onderzoeksvraag kunt beantwoorden met een bij de context passende grondigheid. (4) Het resultaat hiervan bruikbaar maakt binnen je eigen beroepssituatie.” (Onderzoekend vermogen, p. 19)
‘Onderzoekend vermogen’ presenteert onderzoekend vermogen niet als één moment waarin één groot onderzoek centraal staat, maar als een reeks van stappen (vooruit) waarbij het onderzoekend vermogen een verdiepende basis legt onder die stappen vooruit.
Terecht geven de auteurs aan: “Het praktijkproces is lang niet altijd zo lineair als het plaatje. suggereert. Heel vaak is een praktijkproces ‘iteratief’, een proces van herhaling, met passen en meten, vallen en opstaan. Daarbij komt, (…) dat een praktijkproces kan bestaan uit een opeenvolging van meerdere beroepsproducten.” (Onderzoekend vermogen, p.28)
Onderzoekende houding wordt verder onderverdeeld naar
- Opmerkzaam zijn: gevoeligheid voor opmerkelijke zaken en een vermogen tot nauwkeurig waarnemen met oog voor detail en samenhang. Opmerkzaamheid is een houding die geworteld is in het kunnen onderscheiden van feit en interpretatie
- Het kunnen wisselen van perspectief
- Het werken vanuit voldoende kennis
- Nieuwsgierig willen zijn: De wens om nieuwe dingen te weten te komen en om zintuiglijk nieuwe dingen te ervaren.
- Bedachtzaam willen zijn: behoedzaam, bezonnen, denkend, intelligent, kalm, nadenkend, omzichtig, rustig, schrander, verstandig, welberaden, weloverwogen. “Een belangrijk kenmerk van bedachtzaamheid in professionele situaties is dat je oog hebt voor verschillende perspectieven en ook bereid bent om zelf van perspectief te wisselen.” (Onderzoekend vermogen, p.42)
- Kritisch willen zijn: Kritisch denken, kritisch redeneren, redeneren vanuit een conceptueel model. Alert zijn op redeneerfouten.
- Om kunnen gaan met onzekerheid: in professionele situaties met één van de volgende kenmerken: (1) een complexe situatie die lastig te begrijpen en analyseren is; (2) met onduidelijkheid over wat er in een situatie wel of niet waar is / klopt; (3) waarin niet goed te voorspellen is wat er gebeurt als je een bepaalde actie onderneemt.
In ‘Met andere ogen’ wordt uitgegaan van een scheiding tussen de beroepsrol ‘de rol in de organisatie’ en ‘de rol van onderzoeker’, oftewel ‘role duality’: “het balanceren tussen de rol rol in de organisatie en de rol van onderzoeker, met als centrale vraag hoe naast de rol in de organisatie afstand kan worden behouden als onderzoeker.” (Met andere ogen, p.30) De auteurs brengen een splitsing aan tussen de rol van onderzoeker en de rol van practicus. “De onderzoeker is dan niet zelf practicus in de praktijk werkzaam, maar werkt wel met de practicus samen.” (Met andere ogen, p.30) Hierbij wordt wel erkend dat in de praktijk die rollen vaak door elkaar lopen, maar de insteek van het boek lijkt vooral gericht op de component onderzoeker.
Dat blijkt ook uit het idee dat onderzoek zich met name richt op het genereren van kennis en niet of minder op het genereren van oplossingen. Praktijkgestuurd onderzoek levert kennis (informatie) op om het probleem te helpen oplossen. “De oplossing zelf maakt geen deel uit van het onderzoek, uiteraard zal het onderzoek hier aanbevelingen voor doen. Wel kan een oplossingsrichting (…) vervat zijn in de doelstelling van het onderzoek. Maar onderzoek op zich is niets meer of minder dan een ‘kennisgenererende’ activiteit.” (Met andere ogen, p. 35-36) Op zich is dat juist, maar het presenteert (praktijkgestuurd) onderzoek, vooral als doel op zich.
‘Met andere ogen’ daagt daardoor niet uit tot nadenken over integratie van een onderzoekende houding en onderzoekend vermogen in de rol van practitioner — ik vind dat een gemis.
Heel relevant en toegankelijk in ‘Met andere ogen’ is het hoofdstuk over conceptualiseren van onderzoek. Hierin wordt uitgelegd wat nodig is — met gebruikmaking van kennis, praktijkkennis en zelfkennis — om te komen tot: een heldere probleemstelling, afgebakende doelstellingen (van en in het onderzoek), en concrete (in de praktijk te onderzoeken) vraagstellingen.
Kortom
Zowel ‘Met andere ogen’ als ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’ geven heldere uitleg en uitwerking van de verschillende stappen van het ontwerpen, uitvoeren en verantwoorden van onderzoek, met daarbij praktische uitwerkingen van zowel methoden voor dataverzameling als voor data-analyse. Beide boeken geven ook handvatten voor het vastleggen van bevindingen in de vorm van een onderzoeksrapport. Zelf ben ik van mening dat de vorm van een onderzoeksverslag niet altijd de meest passende is voor het vastleggen van onderzoeksmatig verkregen bevindingen binnen een proces, gericht op praktijkontwikkeling.
Beide boeken geven goede handvatten voor het ontwerpen en uitvoeren van onderzoek. Waarbij ‘Met andere ogen’ nog wat meer uitgaat van de rol van onderzoeker als aparte rol, en waarbij ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’ meer aansluit bij nieuwe ontwikkelingen in het denken over de rol van een onderzoekend vermogen en een onderzoekende houding van practitioners in hun eigen praktijk praktijk. De toonzetting van delen van ‘Onderzoekend vermogen in de praktijk’ past wat mij betreft beter bij wat gevraagd wordt van professionals in een professionele leergemeenschap. De methodologische inhoud van beide boeken is prima bruikbaar voor het (samen) op onderzoeksmatige wijze werken aan de kwaliteit en effectiviteit van de beroepspraktijk in het educatieve domein.
Willem de Vlaming
Citeren als: Vlaming, W. de (2020). BOEKBESPREKING Onderzoekend vermogen en praktijkgestuurd onderzoeken — een tweeluik. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.NL. Utrecht: WOSO
Download gehele boekbespreking hier als pdf.
———
Veerman, J. W.; Hendriks, L.; Huijgevoort, H. van; Blonk, A.; Dollevoet, T. (2019). Met andere ogen. Denken en doen in praktijkgestuurd onderzoek. Oud-Turnhout / ‘s-Hertogenbosch: Gompels & Svacina.
- Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is
- Het conceptualiseren van onderzoek
- Probleemstelling
- Doelstelling
- Vraagstelling
- Inperken onderbouwen en terugkoppelen
- De rol van theorie
- De rol van persoon en context
- Inrichting van onderzoek
- Het uitvoeren van onderzoek: dataverzameling
- Het uitvoeren van onderzoek: dataverwerking
- Het rapporteren van onderzoek
Velde, M. van der; Munneke, L.; Jansen, P. & Dikkers, J. (2020). Onderzoekend vermogen in de praktijk. Hilversum: Concept Uitgeefgroep
- Deel 1: Een onderzoekende houding
- Een professional met onderzoekend vermogen
- Wat is een onderzoekende houding
- Onderzoekende houding in de beroepspraktijk
- Deel 2: Bronnen kritisch lezen en toepassen
- Formuleren van een onderzoeksvraag
- Kritisch lezen van bronnen
- Gebruik van bronnen
- Deel 3: Zelf onderzoek doen
- Een beroepsproduct en onderdelen
- Onderzoeksontwerp
- Methoden van dataverzameling en – analyse:
- Rapporteren en aanbevelingen doen
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.