De plek van individuele leerlingen in een klaslokaal en de samenstelling van groepjes in die klas hebben een grote invloed op de sociale interacties en daarmee op de ontwikkeling van de sociale competentie, het emotioneel welbevinden en op het leerwerkgedrag van leerlingen. De klasindeling is daarmee een belangrijke factor in het pedagogisch klimaat en verdient het om als preventief en als curatief interventiemiddel door de leraar gericht te worden ingezet. Toch kiezen veel leraren er in eerste instantie voor om leerlingen een hoge mate van vrije keuze te geven bij het bepalen van hun plek in de klas of gaan uit van een klasindeling van de groep uit een vorig jaar en van adviezen van een collega die ervaring heeft met die groep. Mocht er een noodzaak zijn om de klasindeling aan te passen, dan vertrouwen de meeste leraren op hun eigen inzicht en ervaring. Vaak is dat voldoende om problemen te voorkomen of te verminderen. Soms echter schiet het inzicht van de leraar in de sociale processen in een groep leerlingen tekort, is hij onvoldoende op de hoogte van recente inzichten op dit vlak of kent hij de nieuwste technische mogelijkheden nog niet om sociale relaties valide in beeld te krijgen. De vraag wordt dus: Hoe krijgt een leraar goed zicht op de sociale relaties in zijn groep; zijn er, in aanvulling op zijn eigen ervaring en pedagogische kennis en intuïtie, hulpmiddelen die hij desgewenst kan inzetten? En hoe kan een leraar vervolgens optimaal gebruik maken van onder andere de groepssamenstelling om het gedrag en de ontwikkeling van zijn leerlingen positief te beïnvloeden?
Jonge kinderen (in peuterspeelzalen en in de onderbouw van de basisschool) zijn vaak nog erg wisselend in hun voorkeuren voor het samen spelen met andere kinderen en laten zich sterk beïnvloeden door toevallige gebeurtenissen en door uitgesproken meningen van hun opvoeders hierover. In de jaren daarna ontwikkelen en bestendigen hun sociale relaties zich, leren zij stap voor stap te differentiëren tussen verschillende sociale situaties en worden hun achterliggende overwegingen complexer en steeds minder goed voor anderen waarneembaar. Het wordt voor de ouders en voor de leraren steeds belangrijker om goed te leren luisteren, de vertrouwensrelatie met de kinderen te bestendigen en tegelijkertijd te accepteren dat hun inzicht en beïnvloedingsmogelijkheden op dit vlak geleidelijk maar ingrijpend van karakter veranderen. Relevante informatie verkrijgen over de sociale relaties en processen wordt echter niet alleen moeilijker, maar ook steeds arbeidsintensiever: kinderen en jongeren laten niet zomaar het ‘achterste van hun tong zien’.
Een effectieve en efficiënte manier om zicht te krijgen op de sociale relaties in een groep kinderen, is het maken van een sociogram. Deze sociometrische techniek is al rond 1960 door Moreno (in: Wasserman & Faust, 1994) ontwikkeld om de relaties en relatiepatronen binnen een groep in kaart te brengen. Naar de validiteit van dit meetinstrument is in de jaren na de eerste ontwikkeling veel onderzoek gedaan; vervolgens maakte het jarenlang standaard een onderdeel uit van bij voorbeeld veel lerarenopleidingen basisonderwijs en van sommige lerarenopleidingen voortgezet onderwijs. Een goede introductie op het gebruik van het sociogram is geschreven door Kerpel (z.j.). Zo kan, afhankelijk van de gestelde vragen, met behulp van het sociogram gesignaleerd worden wie niet of nauwelijks deel uitmaakt van de sociale groep, welke leerlingen heel populair en welke matig of niet populair zijn, of er deelgroepjes met hechte vrienden zijn, wie (denken) goed met elkaar (te) kunnen samenwerken en wie juist niet, wie elkaar niet mogen en in welke mate dat is, et cetera. Deze informatie was vaak niet of minder duidelijk bekend bij de leraar en deze kan vervolgens desgewenst besluiten tot preventieve dan wel curatieve maatregelen op het gebied van het leerwerkgedrag, de sociale competentie en/of het emotioneel welbevinden van leerlingen.
Figuur 1 Voorbeeld van een sociogram met wederzijdse keuzes. Bron: Kuik, S.N. (2013). Tussen kind en puber. Amsterdam: UvA. Download van http://dare.uva.nl/document/2/118777
Bij de vertaling van de gegevens die het sociogram heeft opgeleverd naar de plaatsing van leerlingen in het klaslokaal, al dan niet in groepjes, is kennis van groepsprocessen, de invloed van leeftijdsgenoten op de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling van een leerling en van de effectiviteit van strategieën voor een klasindeling dus cruciaal. Nu blijkt er relatief weinig onderzoek te zijn verricht naar strategieën voor het optimaal indelen van een klas; het weinige onderzoek dat wel is gedaan, richt zich vooral op de relatie tussen enerzijds klasindeling en anderzijds schoolprestaties en werkhouding (voor een overzicht, zie Wannarka & Ruhl, 2008). Hoe leraren de sociale relaties in hun klas kunnen ondersteunen, is beschreven door Farmer, Lines, & Hamm (2011) en Gest & Rodkin (2011). In hoeverre het hierbij inzetten van een doelgerichte klasindeling daadwerkelijk effectief is, is echter grotendeels onbekend: doorgaans geschiedt dit slechts op basis van de ervaring en intuïtie van leraren; nader wetenschappelijk onderzoek ontbreekt. Belangrijke vragen voor de onderwijspraktijk zijn dan bij voorbeeld: heeft het werkelijk zin om een sociaal minder vaardige leerling in de buurt van een populaire (= sociaal vaardige?) medeleerling te plaatsen, zodat de laatste een rolmodel kan zijn? Is het verstandig om een ‘pester’ in een groepje te zetten met leerlingen die al hechte vrienden zijn? Heeft het zin om een drukke leerling die licht agressief en storend gedrag vertoont te koppelen aan een rustige buddy? Wat doe je met leerlingen die elkaar niet mogen?
Over een eerste, Nederlandse studie naar onder andere deze laatste vraag is kort geleden gepubliceerd (Van den Berg, Stoltz, & Cillessen, 2016). Zij toonden aan dat er een relatie was tussen fysieke nabijheid van de zitplaats in de klas van leerlingen (zoals toegewezen door de leraar) en een gevoel van verbondenheid, waarbij er verschillen bleken te bestaan tussen jongens en meiden. Vervolgens werd experimenteel nagegaan of de sociale relaties tussen leerlingen die elkaar niet aardig vonden, verbeterden door ze dichter bij elkaar (maar niet naast elkaar!) te zetten. Deze interventie bleek na tien tot twaalf weken inderdaad effectief: de sociale verbondenheid tussen de desbetreffende leerlingen in de experimentele conditie bleek meer toegenomen dan in de controleconditie. Ook de sociale interacties en de sociale posities van de andere leerlingen bleken door deze manipulatie veranderd; op sommige aspecten positief maar op andere juist negatief. Er zal dus bij het in de dagelijkse praktijk gaan uitvoeren van deze interventie zorgvuldig afgewogen moeten worden bij welke leerlingen de kans op succes het grootst is (bij voorbeeld: leerlingen met agressief gedrag moeten juist niet bij elkaar in de buurt zitten: gevaar van uitlokking of juist modelgedrag), wat risico’s voor andere leerlingen zijn (plaatsing van stille of sociaal onhandige kinderen aan de periferie van de klas), et cetera. Er is meer onderzoek nodig om de juiste beslissingen te kunnen nemen om de leerlingen een plek in de klas te geven die optimaal tegemoet komt aan hun onderwijsbehoeften en aan de verschillen in pedagogische kwaliteiten en behoefte aan ondersteuning van leraren.
Figuur 2 Plattegrond klaslokaal in Stoeltjesdans. Bron: https://stoeltjesdans.nl/Content/images/plattegrond-2.png
Het systematisch verzamelen van sociometrische gegevens (bij voorbeeld via een sociogram) en deze hanteren bij het overwegen, vormgeven en evalueren van gerichte interventies is dus een belangrijk onderdeel van de onderzoekende houding van een leraar die passend onderwijs wil realiseren. Het maken van een sociogram is echter een tamelijk arbeidsintensieve opgave: formuleren of uitzoeken van relevante vragen, afnemen van het instrument, uitwerken van de verkregen gegevens en ontwerpen van een klasplattegrond waarin rekening gehouden wordt met de doelstellingen van de leraar. Er is een aantal commerciële computerprogramma’s ontwikkeld om dit werk te vergemakkelijken, bij voorbeeld ‘Sociogram Online’ (Taallessen Online, 2011) en ‘Sometics’ (Liquid Development, 2016). Er is inmiddels ook een niet-commerciële online tool ontwikkeld die op basis van sociometrische technieken en recente wetenschappelijke inzichten de resultaten van de vragen aan de leerlingen verwerkt en, afhankelijk van de doelstelling(en) van de leraar, desgewenst ook direct omzet in suggesties voor een klasindeling: ‘Stoeltjesdans’ (2016). Er zijn bij de ontwikkelaars van Stoeltjesdans ook plannen om meer opties voor handelingssuggesties aan het programma toe te voegen (persoonlijke mededeling Y. van den Berg, 8 april 2016), zodat leraren zelf kunnen kiezen waar zij ondersteuning bij willen hebben en hoe zij de verkregen informatie mogelijk kunnen inzetten om een positief klasklimaat te ondersteunen.
Belangrijke vragen die opkomen bij deze interessante ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zijn dan: dragen de in onderzoek verkregen inzichten bij aan een effectieve begeleiding van leerlingen met allerlei specifieke onderwijsbehoeften in de dagelijkse, sterk variërende schoolpraktijk? En voelen de leraren zich ondersteund door deze inzichten en de nieuwe technische mogelijkheden?
Bronnen:
- Berg, Y.H.M. van den, Stoltz, S., & Cillessen, T. (2016). “Ga lekker zitten”. Nieuwe inzichten voor het maken van een klasindeling. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 55, 3-9.
- Farmer, T. W., Lines, M. M., & Hamm, J. V. (2011). Revealing the invisible hand: The role of teachers in children’s peer experiences. Journal of Applied Developmental Psychology, 32, 247-256. doi:10.1016/j.appdev.2011.04.006
- Gest, S. D., & Rodkin, P. C. (2011). Teaching practices and elementary classroom peer ecologies. Journal of Applied Developmental Psychology, 32, 288-296. doi:10.1016/j.appdev.2011.02.004
- Kerpel, A. (z.j.). Sociogram: inzicht in sociale relaties en tips voor de leerkracht. Verkregen op 19 maart 2016 van http://wij-leren.nl/sociogram-tips.php
- Liquid Development (2016). Sometics. Den Haag: auteur. Verkregen op 11 april 2016 van http://www.sometics.com/nl/sociogram
- Stoeltjesdans (2016). Nijmegen: Radboud Universiteit. Verkregen op 10 april 2016 van stoeltjesdans.nl
- Taallessen Online. (z.j.) Sociogram Online. Schoonhoven: auteur. Verkregen op 10 april 2016 van http://www.sociogramonline.nl/
- Wannarka, R., & Ruhl, K. (2008). Seating arrangements that promote positive academic and behavioural outcomes: A review of empirical research.Support for Learning, 23, 89-93. doi:10.1111/j.1467-9604.2008.00375.x
- Wasserman, S., & Faust, K. (1994). Social Network Analysis: Methods and Applications. Cambridge: Cambridge University Press.
Download dit artikel als PDF
De rubriek BERICHTEN bevat samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek, beleidsontwikkelingen, beschrijvingen van nieuwe materialen en hulpmiddelen en ander nieuws op het gebied van opvoeding en onderwijs waarbij onderlinge verschillen in instructie- en begeleidingsbehoeften van kinderen het uitgangspunt is.
Samenstelling en redactie Jos Louwe
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.