Schrijven is iets wat we allemaal wel eens doen, variërend van een boodschappenlijstje en tweets tot korte teksten voor het werk of thuis. Professionele teksten moeten echter aan hogere eisen voldoen dan dergelijke teksten voor dagelijks gebruik. Vooral een goede structurering van teksten is dan belangrijk, met een duidelijke uitleg van begrippen en een solide onderbouwing van standpunten en conclusies.
Deze tekst is bedoeld als beknopt handvat voor professionals en studenten die op bachelor- en masterniveau over complexe onderwerpen langere teksten moeten schrijven.
Inhoud
- TEN GELEIDE
- SCHRIJFVAARDIGHEID: EISEN, TEKSTTYPEN EN SCHRIJFPROCES
– Eisen aan schrijfvaardigheid
– Planmatig schrijven
– Teksttypen en stijlen - HANDVATTEN VOOR DE SCHRIJVER
– Houvast bij het schrijfproces
– Afbakenen, ordenen, hoofdstukken, paragrafen en alinea’s
– Argumentatie: standpunten en hun onderbouwing - TOT SLOT VIJF SCHRIJFTIPS
- NOTEN
- LITERATUUR
“Some writers think that once they have an outline or a storyboard, they can draft by just grinding out sentences. […] Experienced writers know better […]
In fact most writers don’t know what they can think until they see it appear in words before them. Indeed, you experience one of the most exciting moments in research when you discover expressing ideas that you did not know you had until that moment.”
Turabian (2007, p. 71)
Download dit artikel als PDF
Ten geleide
Als schrijver heb je het niet zelf in de hand of een lezer het wel of niet met je eens zal zijn. Waar je wel voor kunt zorgen is dat de lezer je denklijn goed kan volgen en dat feiten en bronnen die je noemt controleerbaar zijn. Het is daarvoor belangrijk dat je begrippen helder afbakent, dat je standpunten beargumenteert en onderbouwt, en dat je tekst goed structureert.
Twee boeken verdienen vermelding als je serieus werk wilt maken van schrijven en tekstkwaliteit: ‘Helder rapporteren’ van Nederhoed (2010) en de ‘Schrijfwijzer’ van Renkema (2005). De ‘Schrijfwijzer’ van ruim 400 pagina’s bevat hoofdstukken over tekstkwaliteit, leesgemak, taalkwesties, spelling, leestekens en opmaak. ‘Helder Rapporteren’ behandelt in ruim 450 pagina’s: de voorbereiding van een rapport, het opsporen van informatie en het opstellen van een rapportageschema, het gebruik van illustraties, formuleren en afwerking.
Schrijfvaardigheid: eisen, teksttypen en schrijfproces
Eisen aan schrijfvaardigheid
Een student in het hoger onderwijs “Kan heldere, goed gestructureerde teksten schrijven over ingewikkelde onderwerpen, waarin de relevante kwesties worden benadrukt en standpunten uitgebreid worden uitgewerkt en ondersteund met aanvullende punten, redenen en relevante voorbeelden, en afronden met een passende conclusie.” (SLO: Talige startcompetenties hoger onderwijs, 2009, p. 11).
Eisen aan schrijfvaardigheid op verschillende niveaus zijn geformaliseerd in het referentiekader taal en rekenen van het ministerie van OCW (2009). Elementen van het in het referentiekader opgenomen referentieniveau 4F (zie tabel 1) zijn handig voor een (zelf)evaluatie van schrijfvaardigheid. Wat gaat al goed? Wat vraagt nog extra aandacht en ontwikkeling? Het helder krijgen van aandachtspunten in de eigen schrijfvaardigheid helpt bij het zoeken van kritische meelezers die zich desgevraagd op specifieke aandachtpunten voor feedback kunnen richten.
Tabel 1Referentieniveau 4F taal, onderdeel schrijven (4F= niveau eind vwo)Ministerie van OCW. (2009). Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus. |
Algemene omschrijving
Samenhang
Verslagen, werkstukken, samenvattingen, artikelen
Leesbaarheid
Afstemming op doel (3f)
Afstemming op publiek
Woordenschat en woordgebruik
|
Eindniveaus voor schrijfvaardigheid zijn tot en met vwo uitgewerkt in het referentiekader taal en rekenen van het ministerie van OCW (2009). De in het referentiekader genoemde eisen voor mondelinge taalvaardigheid en lezen zijn in dit artikel buiten beschouwing gelaten evenals spelling, interpunctie, grammatica. Ook gaat dit artikel niet over correcte toepassing van voorschriften van academische stijlen voor bronvermelding zoals APA, Chicago, MLA, et cetera. |
Planmatig schrijven
Als je schrijft heb je het inhoudelijk doel en de doelgroep voor ogen. Verschillende doelen en doelgroepen vragen verschillende soorten teksten en verschillende typen taalgebruik. Schrijf je voor academische collega’s of voor professionals in je eigen beroepspraktijk? Misschien schrijf je wel voor een brede doelgroep met daarin ook leerlingen, ouders en andere betrokkenen. Of is het een rapport bedoeld voor het management van een specifieke organisatie, organisatieafdeling of een bestuurlijk netwerk? Academische teksten gaan vaak over de methodische verantwoording van het onderzoek, praktijkgerichte teksten over de wijze waarop praktijkvraagstukken kunnen worden opgelost.
Als je het schrijven planmatig in drie fasen indeelt: start, uitvoering en eindcontrole, dan is het handig voor elke fase een checklist bij de hand te hebben (zie tabel 2).
Teksttypen en stijlen
Bij het structureren van een tekst is het goed te weten dat de structuur kan variëren per doel en doelgroep. Er is niet één vorm die passend is voor alle gelegenheden.
Nederhoed (2010) maakt een onderscheid naar procesgerichte en resultaatgerichte teksten (zie tabel 3), die vervolgens weer onderscheiden worden naar, beleids- en adviesteksten, en evaluerende teksten. Procesgerichte teksten leggen de nadruk op de methode of de wijze waarop resultaten zijn bereikt of kennis is gecreëerd. Resultaatgerichte teksten leggen de nadruk op het resultaat en de bruikbaarheid van dat resultaat. De onderbouwing en verantwoording van aanpak en proces zijn dan vaak te vinden in bijlagen. De indeling van Nederhoed past goed bij neutraal zakelijke teksten gericht op informeren, activeren en overtuigen.
Naast deze indeling van Nederhoed bestaan er ook indelingen waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen teksten bedoeld voor informeren, ontspanning, activeren, overtuigen of het uitdrukken van gevoelens en emoties. Wetenschappelijke en zakelijk teksten verschillen ook van persoonlijke en subjectieve teksten in de mix van het type argumenten wat daarbinnen gebruikt wordt.
Bij zakelijke en wetenschappelijke teksten zal de argumentatie vooral gebaseerd zijn op feiten en algemeen aanvaarde principes en uitgangspunten. Hoe persoonlijker de tekst of het betoog is, des te meer ruimte er is voor subjectievere en aanvechtbare standpunten en onderbouwingen. Bij neutraal zakelijke en wetenschappelijke teksten worden hoge eisen gesteld aan externe validiteit, bij meer persoonlijke en subjectieve teksten verschuift het accent naar interne consistentie van het verhaal.
Zakelijke teksten vragen een meer objectieve, onpersoonlijke en soms ook formele stijl. Dit betekent niet dat goede zakelijke of ook academische teksten droog moeten zijn of vol moeten staan met jargon. Goossens en Schoordijk (2014) geven bij academisch schrijven tips als: formuleer aantrekkelijk, doe niet moeilijk als het makkelijk kan, houd de vaart erin en wees duidelijk, concreet en consequent. Renkema (2011, pp 77-78) stelt dat als je niet wilt dat bij je lezers tijdens het lezen het licht uitgaat, je de volgende zeven fouten moet voorkomen: lange zinnen, tangconstructies, lange aanloop, opsommingen (die typografisch niet herkenbaar zijn), lange woorden, afkortingen en moeilijke woorden.
Handvatten voor de schrijver
Houvast bij het schrijfproces
Schrijven vraagt een flexibel plan of idee voor je begint. Dat plan zit in ieder geval in het hoofd van jezelf als schrijver, maar is bij voorkeur ook beschikbaar in een meer tastbare vorm zoals een uitgebreide inhoudsopgave, een mindmap, of een storyboard. Het doel van een schrijfplan is om voor jezelf ‘iets’ te hebben wat helpt om overzicht te houden over het geheel van de tekst en een consistente opbouw daarbinnen. Dat tekstplan hoeft geen keurslijf te zijn, maar wel een flexibel referentiepunt voor jezelf en voor degenen aan wie je feedback vraagt.
Bij aanvang van het schrijven zou je globaal antwoord moeten kunnen geven op onderstaande vragen als houvast bij het voorbereiden op het schrijven, het uitvoeren en het controleren (zie tabel 4).
Naast het tekstplan is het CCC model van Renkema*) een handzaam hulpmiddel bij het controleren van tekstkwaliteit (zie tabel 5).
Afbakenen, ordenen, hoofdstukken, paragrafen en alinea’s
“Je maakt een verslag stukken aantrekkelijker en efficiënter door daarin veel hoofdstuktitels, paragraafkoppen en subkopjes aan te brengen. Die splitsen het op in overzichtelijke ‘hapklare’ eenheden, waardoor het toegankelijker oogt dan een verslag waarin slechts incidenteel een kopje de woordenbrij onderbreekt.” (Nederhoed, 2010, p. 221)
Het is belangrijk je lezers snel zicht te geven op het onderwerp, de beargumenteerde afbakening daarvan, en de wijze waarop het onderwerp behandeld gaat worden. Baken het onderwerp helder af definieer kernbegrippen en benoem en beargumenteer wat het hoofdthema is en wat de subthema’s zijn. Houd je vervolgens aan die afbakening en doe wat je belooft te doen, niets minder en niets meer!
Wil een lezer kunnen volgen wat je te vertellen hebt dan is een goede tekststructuur op alle niveaus essentieel. Structureren is meer dan achteraf ‘kopjes’ en witregels invoegen. Structureren van teksten betekent gedurende het hele schrijfproces kritisch werken aan een logische en functionele indeling in hoofdstukken, paragrafen en alinea’s.
Een belangrijke ‘vuistregel’ is dat onderwerpen op één niveau (hoofdstuk, paragraaf, opsommingen) van gelijke orde zijn. Verder is het gebruikelijk om op alineaniveau maar één onderwerp per alinea uit te werken. Dat betekent voor alinea’s dat deze bestaan uit een heldere kernzin en ondersteunende zinnen die met verbindingswoorden zijn verbonden met de kernzin.
Zorg voor een goede ordening en schuif zaken die wel relevant zijn maar niet in een bepaalde alinea, paragraaf of hoofdstuk horen naar een plek waar ze wel passen. Geef (sub)hoofdstukken en (sub)paragrafen een inhoudelijk betekenisvolle titel.
Hoofdstukken geven een logische samenhangende opbouw voor het behandelen van het centrale thema van je tekst.
Paragrafen geven informatie over het onderwerp wat in het hoofdstuk centraal staat.
Alinea’s zijn uitwerkingen van één kernzin met ondersteunende zinnen. Alinea’s gaan meestal over, chronologie, opsommingen, verbanden, voorwaarden, verklaringen, voorbeelden, conclusies, et cetera. Het gebruik van de juiste verbindingswoorden geeft extra duidelijkheid.
Zinnen dienen compact, correct en eenduidig te zijn.
Argumentatie: standpunten en hun onderbouwing
Teksten bevatten standpunten met betrekking tot relevantie, juistheid, interpretaties van opvattingen, de werkelijkheid, conclusies, et cetera. Standpunten moeten helder worden geformuleerd en onderbouwd. Het onderbouwen van standpunten gebeurt met relevante informatie en passende argumentatie. Pijper en Raven (2011) schrijven daarover: “Voordat je iemand van je gelijk kunt overtuigen, moet hij je eerst begrijpen. Daarvoor moet hij precies weten wat je standpunt is en welke argumenten je aanvoert” (p. 11).
Bij argumentatie wordt onderscheid gemaakt tussen feiten en algemeen aanvaarde principes enerzijds en meer aanvechtbare (persoonlijke) zienswijzen en overtuigingen anderzijds. Objectieve feiten en algemene principes zijn universeel geldig. Meer subjectieve argumenten zoals normatieve overtuigingen, interpretaties en oordelen zijn ook belangrijk maar hebben een andere status. Bij subjectieve argumentatie heb je meestal meer argumenten nodig om een sterk en sluitend verhaal neer te zetten als onderbouwing van een standpunt dan bij het goed gebruiken van objectieve feiten en algemene principes.
Argumentatie kent een aantal veel voorkomende argumentatieschema’s. Tabel 6 geeft vier veel gebruikte argumentatieschema’s en de kritische vragen waartegen een argumentatieschema bestand moet zijn.
Tot slot vijf schrijftips
Iedere lezer verdient een goed geschreven tekst, of het nu gaat om een proefschrift, aantekeningen in de administratie of om de uitleg van schoolbeleid naar ouders en leerlingen .
Schrijfvaardig word je door te doen en daarbij kritisch op jezelf te blijven letten en constructieve feedback te vragen aan collega’s en anderen die goed kunnen kijken naar teksten. De afsluitende vijf schrijftips kunnen helpen bij het werken aan de competentie: “… kan heldere, goed gestructureerde teksten schrijven over ingewikkelde onderwerpen, waarin de relevante kwesties worden benadrukt en standpunten uitgebreid worden uitgewerkt en ondersteund met aanvullende punten, redenen en relevante voorbeelden, en afronden met een passende conclusie” (SLO: Talige startcompetenties hoger onderwijs, 2009, p. 11).
Noten
*) Als je zoekt op ‘video’s Renkema CCC model’ kan je op YouTube een film vinden over het CCC model waarin Renkema zelf zijn model uitlegt. Een directe link naar de film is: https://www.youtube.com/watch?v=XiFrzAA2UVY
Literatuur
- Goosen, M., & Schoordijk, F. (2014). Basisvaardigheden academisch schrijven. Bussum: Coutinho.
- Grubben, E., & Vriens, J. (2007). Professioneel schrijven. Handleiding voor creatief en overtuigend schrijven. (Tweede herziene druk ed.). Den Haag: Academic Service Sdu.
- Ministerie van OCW. (2009). Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus.Ministerie van OCW.
- Nederhoed, P. (2010). Helder Rapporteren. Een handleiding voor het opzetten en schrijven van rapporten, scripties, nota’s en artikelen. (2011 Tiende, herziene druk, tweede oplage ed.). Houten: Bohn Stafleu Van Lochum.
- Pijper, K., & Raven, H. (2011). De Argumentatiecoach. Je coach voor een overtuigende carriëre. Den Haag: SDU uitgevers.
- Renkema, J. (2005a). Schrijfwijzer (4e editie (2005) achtste oplage (2010) ed.). Den Haag: SDU.
- Renkema, J. (2005b). Schrijfwijzer Compact (2010 ed.). Den Haag: Sdu.
- SLO. (2009). Talige startcompetenties hoger onderwijs. Enschede: Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.
- Teunissen, F., & Vooren-Fokma, A. van. (2014). Tekststructuur. Effectiever en efficiënter schrijven. Bussum: Couthino.
- Turabian, K. L. (2007) A Manual for Writers of Research Papers, Thesis, and Dissertations. Chicago Style for Students and Researchers. 7th edition.Chicago and London: The Chicago University Press
Over de auteur
Docent Fontys OSO Master SEN
Redacteur PlatformPraktijkontwikkeling.nl
(Team) coach, adviseur en procesbegeleider
bij organisatieontwikkeling en veranderingsprocessen
w.devlaming@fontys.nl
wdv@wdv-advies.com
www.wdv-advies.com
Twitter: @WillemDeVlaming
Citeren als:
Vlaming, W. de. (2016). Meesterlijk schrijven in een notendop. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. WOSO: Utrecht
Download dit artikel als PDF
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.