Met toestemming overgenomen uit
Tijdschrift Intern Begeleiders (www.tijdschriftib.nl)
Staatssecretaris Sander Dekker streeft ernaar om het aantal masteropgeleiden voor 2020 in het primair onderwijs te verhogen van 18% naar 33%. Je leest dit ook in ‘leraar 2020’. Masters geven immers een enorme kwaliteitsimpuls aan de onderwijspraktijk, door o.a. kennisconstructie voor en in de praktijk en hun reflexieve beroepshouding. Met een master ontwikkel je vakmanschap en meesterschap. Een mooiere vorm van kwaliteitsontwikkeling van je onderwijs kun je als directeur niet bewerkstelligen.
Mieke onderzoekt de didactische en ortho-didactische lijnen met betrekking tot het leesproces in de school. Wim doet onderzoek naar het pedagogisch klimaat in zijn klas en in de totale onderbouw. Karin doet onderzoek met de collega’s van de bovenbouw naar de wijze waarop de verschillende vakken geïntegreerd aan de leerlingen aangeboden kunnen worden. Om de samenhang tussen de verschillende vakken voor de leerlingen duidelijker naar voren te brengen, wil ze graag themaweken uitrollen. Janneke -IB’er- onderzoekt op welke wijze ze kan werken aan een kwaliteitscultuur en hoe dat past bij een professionele leergemeenschap.
Deze voorbeelden zijn een illustratie van het effect van studerende collega’s op de ontwikkelingen in de school. Nieuwe input vanuit opleidingen leidt tot collega’s die actief op zoek gaan naar verbetering en innovatie. Zij krijgen de opdracht om de eigen werkomgeving (eigen praktijk) onder de loep te nemen. Zij ontdekken vervolgens dat het heel gewoon is onderzoekend te handelen. Ze leren om zaken navolgbaar te onderzoeken en vanuit deze onderzoeksgegevens -de concrete data- conclusies te trekken, plannen te maken en veranderingen in gang te zetten. Doorgaans betekent dat het doorbreken van routines. De geaccrediteerde opleidingen i.c. masters zetten stevig in op het expliceren van praktijksituaties. Op dit aspect kan de IB’er een bijdrage leveren. Hij of zij is immers gewend om door te vragen n.a.v. situaties in de groep en in de school. Daarnaast kun je de eigen praktijksituatie vanuit verschillende perspectieven benaderen en onderzoeken. Bronnen kunnen zijn: collega’s, ouders, kinderen, conciërge, directeur, IB-er, psycholoog, experts, boeken, artikelen, internet, andere scholen binnen het SWV, scholen in het buitenland, etc.
Veranderen en routines loslaten is een lastige klus. Een passende slogan bij veranderingen: “Je kunt iets oppakken als je iets anders even neerzet”! En dat wordt een stuk gemakkelijker als vanuit onderzoek gemotiveerd kan worden waarom een andere koers, een andere methode, een ander aanpak, een andere vorm van samenwerking in de school kan leiden tot verbeteringen van het onderwijs. Goed onderwijs is immers de kern van je beroep.
Laat de masters in opleiding het voortouw nemen bij een planmatige aanpak van de veranderingen, zij moeten immers toch. Later zijn dit de collega’s in je school die een constante belangrijke bijdrage leveren aan schoolontwikkelingen die passen bij een kwaliteitscultuur.De lusten zijn evident. De enige last door al die onderzoekende studenten is de dynamiek die in de organisatie ontstaat en het managen van de afstemming. Klusje voor de directeur als procesbegeleider.
Bronnen
- Laros, P. Column: Het hele team studeert… Een last of een lust? Tijdschrift Intern Begeleiders, 6(1), 15.
Over de auteur
Peter Laros is docent bij Fontys, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg (OSO). E-mail: p.laros@fontys.nl
Download dit artikel als PDF
Citeren als: Laros, P. (2016). BERICHTEN: Het hele team studeert: Een last of een lust? Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. WOSO: Utrecht
De rubriek BERICHTEN bevat samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek, beleidsontwikkelingen, beschrijvingen van nieuwe materialen en hulpmiddelen en ander nieuws op het gebied van opvoeding en onderwijs waarbij de onderlinge verschillen in instructie- en begeleidingsbehoeften van kinderen het uitgangspunt zijn.
Samenstelling en redactie: Jos Louwe
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.