BOEKBESPREKING
Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs
Jacqueline van Swet en Lisette Munneke (2017)
door
Willem de Vlaming
Goede vragen formuleren en op deugdelijke wijze data verzamelen, dat is de essentie van dit boek. Het boek is een aanrader als je geïnformeerd wilt worden over: de achtergrond en het belang van praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs; het formuleren van onderzoeksvragen en deelvragen; de kenmerken van verschillende paradigma’s, strategieën en onderzoeksmethoden. Ook geeft het informatie over publicatie van onderzoeksresultaten.
Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs van, van Swet en Munneke bevat zes hoofdstukken en een gedegen literatuurlijst voor verdere verdieping. De eerste drie hoofdstukken bestrijken algemene aspecten van praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs, de laatste drie hoofdstukken gaan over praktische kanten van praktijkgericht onderzoeken:
- Waarom onderzoek doen als onderwijsprofessional?
- Opvattingen over onderzoek binnen het educatieve domein?
- Onderzoeksstrategieën in het onderwijs.
- Van praktijkvraag naar praktijkgericht onderzoek.
- De uitvoering van praktijkgericht onderzoek.
- Het delen van je onderzoek met anderen.
Een mooi extraatje is de website met toelichtende video’s en opdrachten (‘graafwerk’). Wat jammer is is dat de website bij het boek nog grotendeels van inhoud moet worden voorzien. In mei of in de zomer van 2017 zou dat klaar moeten zijn. Gelukkig is het boek op zich al waardevol genoeg als je meer wilt weten over en aan de slag wilt gaan met praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs.
Toch blijft er na lezing voor mij nog wat te wensen over.
Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs legt de nadruk op onderzoek door leerkrachten en docenten die hun eigen handelen met leerlingen onderzoeken.
Maar ook anderen doen onderzoek gericht op praktijkontwikkeling, denk bijvoorbeeld aan: schoolleiders, coördinatoren, begeleiders, leerkrachten in een coördinerende rol, beleidsmakers in en om scholen en zzp-ers. Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs is ook voor deze professionals een nuttig en bruikbaar boek, maar het zal van hen extra inspanning vragen bij het vertalen naar hun beroepsrol. Een onderzoeksproces met betrokkenen — gericht op het versterken van team- of schooleffectiviteit, of op het versterken van de samenwerking met en tussen (externe) partners — vraagt wat anders dan het op onderzoeksmatige wijze oplossen praktijkkwesties in het eigen handelen als leerkracht of docent.
van Swet en Munneke merken terecht op dat bij praktijkgericht onderzoek doelstelling en probleemstelling vaak samenvallen; en daarom beperken zij zich bij de vertaling van de praktijkkwestie naar onderzoeksvraag vooral tot de probleembeschrijving en de onderzoeksvraag. Hierdoor wordt de probleemanalyse onderbelicht.
Probleemanalyse wordt in het boek vooral verbonden met literatuuronderzoek en het vinden van theoretische modellen om de praktijk te kunnen beschrijven en te verkennen. Dat is slechts één kant van de medaille: probleemanalyse vraagt ook om het plaatsen van het praktijkvraagstuk in de context van de complexe werkelijkheid — op grond daarvan kan dan worden bepaald welke theoretische verdieping verder noodzakelijk is. Probleemanalyse is een iteratief proces waarin — op basis van theorie en praktijkkennis — een model van de unieke, te ontwikkelen, werkelijkheid wordt geschetst. Zo een schets helpt bij het verder afbakenen van het vraagstuk, het markeren van begrippen die uitgewerkt moeten worden en bij het kiezen van zaken die nog verder onderzocht moeten worden.
Probleemanalyse is daarmee één van de moeilijkste onderdelen van een praktijkgericht onderzoek, zeker als je als onderzoeker met de betrokkenen tot een gezamenlijk startpunt wilt komen voor het concrete onderzoek gericht op praktijkontwikkeling. Wat is het doel dat betrokkenen en de onderzoeker willen bereiken? Wat zijn op basis van gezond praktijk verstand en theoretisch inzicht de belangrijkste en effectiefste interventiemogelijkheden? Welke kennis is nodig over die praktijk om een zo effectief mogelijke interventie of oplossing te ontwerpen en in te zetten?
Over deze aspecten van probleemanalyse had ik graag meer gelezen.
Verder zou ik het perspectief wisselen en niet zeggen: De kennis die het onderzoek oplevert, wil je direct kunnen gebruiken voor jouw praktijkkwestie (p.116), dat roept bij mij het beeld op van praktische bruikbaarheid als bijproduct. Ik zou liever zeggen ‘Hoe kom ik (komen wij) tot een effectieve oplossing voor een praktijkkwestie en hoe kan kennis daarbij helpen’. Kennis is daarbij één van de middelen die bijdragen aan een oplossing. Dit vraagt wel om een metaperspectief van de onderzoeker (en betrokkenen). Een metaperspectief dat niet alleen is gericht op de inhoud van het probleem, maar ook op bewustwording van de complexe context waarin het probleem zich voordoet en opgelost moet worden en het te doorlopen proces om te komen tot een effectieve oplossing. Dat maakt praktijkgericht onderzoeken zo mooi en zo moeilijk.
Maar met die extra wensen ben ik misschien wel de lastige klant in het Chinees restaurant die bij het opnemen van de bestelling tegen de ober zegt: ‘Heeft u voor mij een pizza picante?’
Citeren als: Vlaming, W. de. (2017). BOEKBESPREKING: Swet, J van & Munneke, L.(2017). Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs. :BOOM. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. Utrecht: WOSO.
Download hier deze boekbespreking als PDF
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.